Kuddebeschermingshonden inzetten in Nederland?!

Nieuwsbericht 03-08-2023


Met de terugkeer van de wolf in Nederland is de discussie over het al dan niet bejagen van dit wettelijk beschermde dier weer opgelaaid. Tegenstanders van de jacht wijzen op de diverse maatregelen die herders kunnen nemen om aanvallen van wolven op hun kudde te voorkomen. Eén van die maatregelen is de inzet van kuddebeschermingshonden.

In landen waar de wolf nooit is weggeweest, wordt allang veelvuldig met deze honden gewerkt en zijn de positieve, preventieve effecten al volop bewezen. Ook hebben diverse pilots in Nederland aangetoond dat dit een effectieve manier van beschermen is. Wel is tijd, geld en toewijding nodig.

Rassen
Het gaat om speciaal opgeleide honden, die wolven (maar ook vossen of honden!) als bedreiging voor de kudde zien. Veel gebruikte rassen zijn (de werklijnen van) Pyreneese Berghond, Karpatische Herdershond, Cão de Gado Transmontano, Mastin Español, Berghond van de Maremmen, de Kuvasz en de Turkse Akbash. Het beschermen zit deze rassen in het DNA: ze worden al eeuwenlang gebruikt voor hetzelfde doel: het beschermen van schaaps- en geitenkuddes tegen roofdieren.

Géén herdershonden
Kuddebeschermingshonden hebben een andere rol dan herdershonden, die helpen met het hoeden en drijven van schapen. Ze zijn primair aanwezig om de kudde te beschermen en wolven af te schrikken. De honden lopen los in de kudde en doen zelfstandig hun werk. Ze weten welke dieren ‘van hen’ zijn en welke niet. Als er een wolf in de buurt komt, gaan ze alert staan: de kop gaat omhoog, ze horen of ruiken waar het gevaar vandaan komt en lokaliseren dat. Tussendoor blaffen ze om aan te geven dat zij er zijn en dat de wolf beter uit de buurt kan blijven.

Opleiding
Om dit te kunnen, moeten de honden goed ingewerkt en opgeleid worden. Als pup worden ze gesocialiseerd met schapen, door ze tussen de schapen op te laten groeien. Voor het opleiden van de honden is vakmanschap nodig en ook bij het houden van de dieren komt de nodige kennis en ervaring kijken. Dit is arbeidsintensief en vraagt veel geduld en doorzettingsvermogen van de herder. Daarbij is het vermogen om 'de hond te lezen' van doorslaggevend belang. Bij voorkeur gaan jonge honden onder tijdelijke begeleiding van een volwassen en ervaren hond op een nieuwe plek aan het werk. Jonge honden zijn qua beschermingsvermogen pas ‘volwassen’ op de leeftijd van drie jaar.

Voorlichting
Kuddebeschermingshonden zijn werkhonden, geen familiehonden. Ze zijn er niet aan gewend om geaaid of benaderd te worden door vreemden. Nederland is een dicht bevolkt land. De inzet van deze honden kan daarom botsen met belangen als wonen, recreatie en toerisme. Voorlichting aan omwonenden, recreanten en passanten is van groot belang om risico’s zo veel mogelijk te vermijden. Het betrekken van bewoners rondom het terrein waar de honden worden ingezet, is van belang om draagvlak te creëren en vast te houden.