Een hond is een rashond als hij aan drie voorwaarden voldoet. Hij moet voldoen aan de rasstandaard voor het ras, als rashond bij een stamboek geregistreerd zijn en een vader en moeder hebben die tot hetzelfde ras horen. Ieder jaar worden er in Nederland zo’n 30.000 - 35.000 rashonden geboren. Deze honden krijgen, als alles klopt, een stamboom van de Raad van Beheer. Er zijn meer dan 300 erkende rassen, die sterk van elkaar verschillen. Wil je een rashond, dan is er vast een ras dat jou aanspreekt!
Een rashond is een hond die voldoet aan de rasstandaard. De rasstandaard beschrijft de kenmerken van een ras. Dit gebeurt al sinds 1900. Als de kennel club van het land van herkomst het ras erkent, volgt vervolgens erkenning door de FCI (Fédération Cynologique Internationale).
De FCI is de overkoepelende organisatie waarbij bijna alle kennelclubs zijn aangesloten. Op dit moment erkent de FCI meer dan 300 rassen. Soms komt daar een ras bij, maar meestal is dat niet een heel ‘nieuw’ ras, maar juist een heel oud ras dat opnieuw in de belangstelling staat.
Dankzij de rasstandaard lijken alle honden binnen een ras sterk op elkaar, niet alleen in uiterlijk, maar met name in karakter en gedrag. Dat komt door selectie: een fokker kiest bij het fokken voor honden die eigenschappen hebben die hij belangrijk vindt.
Sommige rassen zijn heel populair; andere rassen zijn minder populair. Hoe populair een ras is, wisselt tussen landen. Sommige rassen, zoals de Duitse Herdershond, zijn over de hele wereld geliefd, maar andere rassen zijn misschien wel bekend maar komen slechts in één of een beperkt aantal landen veel voor. En sommige rassen zijn eigenlijk nergens populair. De populariteit van rassen varieert in de tijd. Als een ras ‘ineens’ heel populair wordt, bestaat het risico dat mensen zo’n hond in een impuls kopen en niet goed van tevoren nadenken. Ook fokkers nemen het dan soms wat minder nauw met het fokken om maar aan de vraag te kunnen voldoen.
Omdat er meer dan 300 erkende rassen zijn, verdeelt de FCI de rassen over tien rasgroepen. De honden binnen een rasgroep hebben iets met elkaar gemeen, hoe verschillend ze ook op andere punten zijn.
De tien rasgroepen zijn:
Rasgroep 1 - Herdershonden en Veedrijvers
Rasgroep 2 - Pinschers en Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden
Rasgroep 5 - Spitsen en Oertypes
Rasgroep 6 - Lopende honden, zweethonden en verwante rassen
Rasgroep 8 - Retrievers, waterhonden en spaniëls
Rasgroep 9 - Gezelschapshonden
In Nederland geboren rashonden krijgen een stamboom van de Raad van Beheer en schrijven wij in het Nederlands Honden Stamboek (NHSB) in. De stamboom is een afstammingsbewijs: je weet met zekerheid wie de vader en wie de moeder van je pup is. Die afstamming controleren we namelijk met DNA: DNA certified parentage heet dat in het engels.
De Raad van Beheer heeft een openbare database van alle Nederlandse rashonden:
Hier kun je de afstamming van honden die in het NHSB staan opzoeken. Ook de nestgenoten, eventuele afstammelingen en uitslagen van (gezondheids)onderzoeken en titels kun je hier terugvinden. Je kunt zoeken op (een gedeelte van) de naam van de hond, ras, jaar, NHSB-nummer of chipnummer (indien door ons geregistreerd). De hond moet wel op of na 1 januari 1997 geboren zijn. Van oorsprong buitenlandse honden vind je hier niet terug.
Let op: het geprinte document is geen officieel afstammingsdocument en je kunt er geen rechten aan ontlenen. De vermelde gegevens zijn uitsluitend bedoeld voor eigen gebruik.