Honden hebben geen woorden nodig om te laten zien hoe ze zich voelen of wat hen bezighoudt. Ze gebruiken daarvoor hun lichaam.
Soms zeggen mensen: ‘Hij doet niks want hij kwispelt’ maar helaas is lang niet elke hond die zijn staart op en neer beweegt, op dat moment de vriendelijkheid zelve. Soms kwispelen honden ook terwijl ze bang of boos zijn. Je kunt de houding van de hond gebruiken als leidraad om een inschatting te maken van zijn stemming. Daarbij kijk je naar de staart en de oren, maar ook naar het hele lichaam van de hond.
Een hond met een hoge lichaamshouding voelt zich zelfverzekerd en stoer. Hij houdt zijn hoofd omhoog, staat zo recht mogelijk op zijn poten, en ook zijn oren en staart staan omhoog (of zo hoog mogelijk). Soms, als een hond last heeft van ‘gemengde gevoelens’ zie je een ambivalente houding, dan vertelt bijvoorbeeld de staart een ander verhaal dan het lichaam.
Als een hond een hoge lichaamshouding aanneemt maar zijn staart laag houdt, is hij op dat moment in zijn hart niet zo stoer als hij zich wil voordoen.
Ook als de hond ‘borstelt’ (daarbij gaan de haren op zijn nek en rug overeind staan) probeert hij duidelijk te maken dat hij stoer is. Maar soms gaan zijn nekharen juist overeind staan omdat de hond (veel) banger is dan hij wil laten merken.
Er zijn drie staarthoudingen, namelijk neutraal, hoog en laag. Dat geldt voor alle rassen en alle staartvormen en staartdrachten. Een hond heeft een neutrale staart als hij niet communiceert. Dan klemt hij zijn anus niet af, maar hij toont hem ook niet duidelijk. Hoewel een Beagle zijn staart hoog draagt, een Windhond een stuk lager en een Shih Tzu hem over zijn rug gekruld heeft, kunnen alle rassen hun anus afdekken met hun staart, of dat in elk geval proberen.
Als een hond zijn anus afklemt (vaak heeft hij zijn staart dan tussen de achterpoten) heeft hij een lage staartstand. De hond loopt dan niet bepaald over van zekerheid.
Een hond heeft een hoge staart als hij zijn anus niet heeft afgeklemd. Wanneer de vorm en de lengte van de staart dit toelaten, staat de staart dan zo recht mogelijk overeind. Hiermee probeert de hond duidelijk te maken dat hij zich zelfverzekerd en stoer voelt.
Een neutrale staarthouding is tussen ‘hoog’ en ‘laag’ in.
Ook oren zijn een belangrijke indicatie voor wat een hond aan zijn omgeving probeert te vertellen. Een hond houdt zijn oren naar voren als hij zeker van zijn zaak, of alert is. De andere twee mogelijkheden zijn neutraal en naar achteren. Een hond die zijn oren neutraal draagt, communiceert niet. Een neutrale oorhouding herken je doordat zijn oorschelp een beetje naar de zijkant gedraaid is. Ongeacht het ras of de vorm van de oren, kun je de houding van het oor altijd herkennen aan de aanhechting. Een hond kan zijn oren naar achteren dragen in allerlei gradaties en om allerlei redenen. Als hij angstig is en vlucht maar ook als hij je vriendelijk wil begroeten.
Het is zeker niet zo dat een hond alleen maar bijt als hij zich zelfverzekerd voelt. Sterker nog: het grootste deel van de bijtincidenten is een gevolg van angstagressie: de hond voelt zich bedreigd, is ergens bang voor en om het ‘gevaar’ af te weren, hapt of bijt hij. Het gebeurt maar zelden dat een hond bijt zonder vooraf te waarschuwen.
Als je ziet dat een hond één van de volgende gedragingen vertoont, is het zaak alert te zijn. Hij voelt zich dan absoluut niet prettig en probeert je te vertellen: ‘Houd daarmee op, anders ga ik misschien wel bijten.’
Jonge kinderen begrijpen hondentaal vaak niet. Dat komt omdat ze vooral naar de kop van de hond kijken en niet naar het hele lichaam van de hond. Daardoor missen ze informatie en kunnen dat wat ze zien verkeerd interpreteren. Een ongeluk zit dan in een klein hoekje.
Zijn je kinderen wat ouder, dan kun je samen met ze naar de hond kijken en ze wijzen op wat je ziet aan de lichaamshouding, oren en staart van de hond. Zijn je kinderen jonger, leer ze dan de tien gouden regels voor een veilige omgang met de hond.