Franse Krulhaar, meerkleurig

De Franse Krulhaar Meerkleurig is voortgekomen uit de Poedel. De standaard voor de Poedel heeft altijd aangegeven dat het ras eenkleurig dient te zijn. Fokkers fokten echter ook bonte honden uit hun Poedels. Deze en andere afwijkende kleuren werden daarom buiten het Poedelras gefokt en geselecteerd. De Franse Krulhaar Meerkleurig is een harmonieus gebouwde hond, maar het hoofd is iets minder fijn besneden dan dat van de Poedel. Het ras kent, net zoals de Poedels, vier variëteiten, Toy, Dwerg, Middenslag en Groot.

Rasstandaard

Een hond van gemiddelde verhoudingen, met een karakteristieke kroezige, bonte of meerkleurige vacht die gekruld of gekoord is. Krullende vacht: Overvloedig, fijn, wollig van structuur, zeer kroezend, elastisch en bestand tegen druk van de hand. Het haar moet dik en goed ingeplant zijn, van gelijke lengte zijn en gelijkmatige krullen vormen. Koordvacht: Overvloedig, fijn, wollig van structuur en dicht, met karakteristieke koorden die minimaal 20 cm lengte moeten zijn.

Kleuren: zwart en wit, zwart en tan (de tankleurige aftekeningen moeten duidelijk omlijnd zijn en een zeer heldere beige kleur hebben), driekleur (zwart, wit en tan), bruin en wit, bruin en tan (de tankleurige aftekeningen moeten duidelijk omlijnd zijn en een zeer heldere beige kleur hebben), blauw en wit, fawn en wit, gestroomd.

Grootte: er worden vier subtypes onderscheiden waarbij in alle gevallen het geslachtstype zichtbaar moet zijn.
• Standaard: meer dan 45 cm en tot 60 cm, met een tolerantie van +2 cm.
• Middenslag: meer dan 35 cm en tot 45 cm.
• Dwerg: meer dan 28 cm en tot 35 cm.
• Toy: meer dan 24 cm (met een tolerantie van -1 cm) en tot 28 cm (gezocht ideaal: 25 cm). Elk teken van dwerggroei is uitgesloten; alleen de achterhoofdsknobbel kan minder uitgesproken zijn.

Het uiterlijk straalt intelligentie uit, de hond is constant alert en actief, harmonieus gebouwd en met een indruk van elegantie en trots.