Vanaf de 19e eeuw is de Welsh Springer Spaniel te vinden in de heuvels van Wales en staat daar bekend als een goede jachthond. De taak van de hond was om wild op te sporen en op te stoten, zodat het door de jager geschoten kon worden. In de jaren 50 is het ras naar Nederland gekomen.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
De Welsh Springer Spaniel is een middelgrote hond met een gedrongen bouw, berekend op uithoudingsvermogen en hard werk. De vacht is halflang, zijdeachtig en altijd dieprood en wit. De hangende oren en donkere ogen geven het hoofd een zachte uitdrukking.
Reuen hebben een schofthoogte van ongeveer 48 cm en een gewicht van 22 - 25 kilo. Teven hebben een schofthoogte van ongeveer 46 cm en een gewicht van 19 - 22 kilo. De gemiddelde leeftijd van de Welsh Springer Spaniel is 11-12 jaar.
Welsh Springer Spaniel is vriendelijk, alert, actief, intelligent en onvermoeibaar. Hoewel veel Welsh Springers blaffen wanneer er aan de deur gebeld wordt, zal bezoek over het algemeen met enthousiasme worden ontvangen. De Welsh Springer is dan ook zeker geen waakhond. Hij is een echte gezinshond en het gelukkigst als hij bij ‘zijn’ familie kan zijn. De meeste Welsh Springers kunnen het prima met kinderen vinden. Een nadeel van deze gehechtheid aan de familie is dat verlatingsangst regelmatig voorkomt. Dit kun je voorkomen door vanaf het begin af aan jouw pup te leren omgaan met alleen te zijn. Dit moet langzaam worden opgebouwd.
De Welsh Springer kan eigenwijs zijn en heeft daarom een consequente opvoeding nodig. Hij heeft een sportieve baas nodig, die bereid is om de hond veel beweging te geven, maar ook mentale stimulatie is van belang. De Welsh Springer is nog altijd een jachthond en je moet jouw pup aanleren om niet ongecontroleerd zijn neus achterna te lopen, of achter wild aan te gaan jagen.
De vacht van de Welsh Springer Spaniel moet ongeveer 4 keer per jaar worden getrimd. Dit kun je door een professionele trimmer laten doen, maar het is ook zelf te leren. Regelmatig
borstelen zorgt ervoor dat de hond er netjes uit blijft zien. Dit is tevens een goede gelegenheid om de hond na te kijken op klitten, teken en vlooien. Kijk ook de oren regelmatig na en maak ze indien nodig schoon. Veel Welsh Springers zwemmen graag en zullen modder niet vermijden. De vacht is zelfreinigend en wanneer de hond opdroogt, zal de meeste modder uit de vacht vallen en op de vloer belanden.
De rasverenigingen; Vereniging de Welsh Springer Spaniel en Welsh Springer Spaniel Club zijn bezig met de gezondheid van de Welsh springer spaniel. Dit is een onderdeel van het verenigingsfokreglement van elke rasvereniging. Hierin stellen zij de volgende onderzoeken verplicht voor de ouderdieren: Heupdysplasie en ECVO-oogonderzoek.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasverenigingen.
FCI groep 8: Retrievers, Spaniels en Waterhonden
Sectie 2
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).