Dankt zijn naam aan de Engelse fokker Fuller, die vlak bij Hastings in Rosehill Park, Sussex woonde. Hij begon Spaniels te fokken met het doel ze voor de jacht te gebruiken in gebieden met een dichte en ondoordringbare begroeiing Hij moest daarvoor een krachtige hond hebben, met veel massa en een bijzonder rustig temperament. Doordat het onmogelijk was een snelwerkende hond bij te houden, zeker tussen de bramen en struiken, moest de hond "hals geven": blaffen wanneer hij wild op het spoor was. In de eerste helft van de 20e eeuw was het ras bijna uitgestorven. Met behulp van tien overgebleven Sussex Spaniels en de Clumber Spaniel werd begonnen met de heropbouw van het ras.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
Een massieve, sterk gebouwde en energieke jachthond die als karakteristieke gang een uitgesproken 'rollende beweging' vertoont. Hij is langer dan dat hij hoog is en heeft een breed hoofd met een brede voorsnuit. De ooguitdrukking is vriendelijk. Kenmerkend is zijn vacht, die een rijke leverkleur vertoont met een goudachtige glans.
De vacht is rijk en glad, zonder neiging tot krullen. Genoeg ondervacht om hem tegen weersomstandigheden te beschermen. Staart is dik met haar bedekt. De kleur is goud-leverkleurig. De goudachtige gloed is gewenst, donkerbruin is ongewenst.
De schofthoogte van de Sussex Spaniel ligt tussen de 35 en 40 cm. Het gewicht varieert van 15 tot 20 kilo.
Actief en levendig, vriendelijk. Ze hechten zich vaak aan één persoon.
FCI groep 8: Retrievers, Spaniels en Waterhonden
Sectie 2
Voor dit ras is er geen door de Raad van Beheer erkende rasvereniging in Nederland.