Portugese telg van de Podenco-familie: de klassieke windhondachtige die al in de antieke tijd rond de Middellandse Zee werd aangetroffen. Het ras komt voor in drie grootteslagen die werden gebruikt als rattenverdelger, voor het bejagen van konijn en voor het stellen van hert en wild zwijn. De kleine variëteit wordt ook wel "Podengo Pequeno" genoemd.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
Groot en middenslag antiek model windhond; de kleine heeft een lang lichaam ten opzichte van de relatief korte beenlengte. Alle met een stoere bouw, geschikt voor werk in ruw terrein, en met een levendige en slimme uitstraling.
De bovenvacht is ruwharig (warrelig als de vacht van een wild zwijn), de ruwhaar heeft een baard. Geen ondervacht. Kleuren: gelig, reekleur (in alle schakeringen) of zwart, al dan niet met witte aftekening, of wit met vlekken in de genoemde kleuren.
De schofthoogte van de Podengo Português (groot) ligt tussen de 55 cm en 70 cm. Het gewicht varieert van 25 kg tot 30 kg.
Levendig en slim. Los van de jachtpassie goed op te voeden en prettige huishond. Waaks.
FCI groep 5: Spitsen en oertypen
Sectie 7
Voor dit ras is er (nog) geen door de Raad van Beheer erkende rasvereniging in Nederland.