De Australian Silky Terrier (verder genoemd Silky) is een betrekkelijk jong ras, wat rond de eeuwwisseling is ontstaan in Australië. De Silky is zeer waarschijnlijk een kruising tussen de Australische Terrier, de Yorkshire Terrier en de Clydesdale Terrier (een voorloper van de Skye Terrier). Deze laatste terrier verklaart misschien de wat stevige haarstructuur van de Silky vergeleken met de Yorkshire Terrier. De eerste benaming was Sidney Silky Terrier, waarschijnlijk omdat ze voor het eerst werd tentoongesteld in Sydney. In 1908 werd de eerste Australische club opgericht voor Sydney Silky Terriers en ontstond ook de eerste rasstandaard. In 1962 kwamen de eerste twee Silky’s uit de Verenigde Staten naar Nederland. Ondanks dat ze nu ruim 30 jaar in Nederland zijn, is het aantal Silky’s zeer klein. De FCI heeft het ras oorspronkelijk erkend als Silky Terrier. In 1985 is bij een wijziging in de rasstandaard de naam veranderd in Australian Silky Terrier.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
Zoals de rasstandaard voorschrijft, is de Silky tamelijk laag op de benen (schofthoogte ongeveer 23 cm). Hij is licht gebouwd, maar met voldoende massa. Hij moet de typische terriereigenschappen vertonen en is kwiek, levenslustig en levendig. Het rechte, zijdeachtige haar, dat in een scheiding valt, ziet er goed verzorgd uit. Lengte van de vacht is tussen de 13 tot 15 cm. De kleur van de vacht is blauw tot grijsblauw. Rond de oren en neus en het onderste van de benen bruin. Het gewenste gewicht ligt tussen 3,5 en 4,5 kilo. De bewegingen moeten vrij en zuiver zijn, zonder losse ellebogen en schouders. De achterhand moet grote stuwkracht hebben, zeer soepel zijn in knie- en spronggewrichten. Van achteren bezien mag de hond niet te nauw en niet te wijd staan.
De Silky is graag in de buurt van zijn huisgenoten. Men moet het voor lief nemen dat de Silky altijd bij u wil zijn. Dit houdt niet in dat de Silky niet een tijdje alleen in huis zou kunnen zijn, maar zodra u weer thuis bent, moet hij weer bij u kunnen zijn. De Silky is een grote kindervriend en zeer verdraagzaam ten opzichte van andere huisdieren. De opvoeding van de Silky geeft over het algemeen weinig problemen, mits dit gebeurt met een tamelijk strakke hand.
De Silky heeft als prettige bijkomstigheid dat ze niet verhaart, omdat ze geen ondervacht heeft. Daardoor gaat ze ook niet “honds” ruiken als ze nat wordt. De verzorging van de lange haren is eenvoudig. Kammen en af en toe wassen met een goede shampoo. Verder de overmatige haargroei van de oren weghalen, het haar van de voetjes knippen, zodat ze hun voorgeschreven kattenvoetjes kunnen tonen. De lange haren van het staartje knippen, zodat er geen vlag ontstaat en klaar is de Silky. Al met al een zeer plezierige huisgenoot!
De Schotse Terrier Club heeft een verenigingsfokreglement opgezet voor dit ras. Zij stellen in het VFR geen gezondheidsonderzoeken verplicht.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasvereniging.
FCI groep 3: Terriers
Sectie 4
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).