De Sarplaninac komt uit het grensgebied tussen Kosovo en Macedonië en is vernoemd naar het Sar gebergte. Hij werd oorspronkelijk gebruikt als bewaker van de kudde tegen de beer en de wolf, maar onder Tito is hij ook ingezet in het leger als zelfstandig opererende waakhond. Tot 1970 was het verboden om deze honden te exporteren, vandaar dat je ze niet veel buiten het voormalig Joegoslavië ziet. Toch worden ze ook wel in met name de VS en Canada gebruikt als kuddebewaker.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
De Sarplaninac is een zeer forse hond, met een schouderhoogte van 70 tot 77 cm voor de reu en 65 tot 67 cm voor de teef. Hun gewicht ligt tussen de 40 en 65 kilo. De vacht is lang en ruw, met een dichte ondervacht. Bijna alle kleuren zijn toegestaan, maar de voorkeur gaat uit naar wolfsgrauw tot donkergrijs. Het hoofd is breed en zwaar, met een snuit die iets korter is dan de schedel. De ogen zijn amandelvormig en variëren van licht tot donkerbruin. In tegenstelling tot veel grote rassen kunnen Sarplanina behoorlijk oud worden: 13 tot 14 jaar is redelijk normaal en er zijn gevallen bekend van honden die 18 jaar haalden.
In zijn aard is hij zelfstandig en rustig, maar ook trouw en aanhankelijk. Hij hecht zich sterk aan de mensen en dieren waarmee hij is opgegroeid. Daardoor bezit hij een sterke beschermingsdrang. Naar vreemden toe is hij dan ook afstandelijk, afwijzend, maar hij zal niet snel bijten. Door zijn karakter is hij niet makkelijk te trainen. Je kunt hem niet gebruiken voor de africhting, hij neemt zelf zijn beslissingen. Een vriendelijke, consequente en niet harde opvoeding is dan ook heel belangrijk bij dit ras.
De vacht vraagt weinig verzorging, van tijd tot tijd een borstelbeurt is voldoende. In de rui, die normaal twee keer per jaar plaatsvindt, is het wel nodig om vaker te borstelen om het dode haar uit de vacht te krijgen. Net als veel oorspronkelijke kuddebewakers zijn de Sarplaninac niet veeleisend met hun eten. Ook eten ze relatief weinig voor zo’n groot ras.
De rasvereniging; Vereniging van Herders- en Berghonden uit Zuid- en Oost-Europa en Azië is bezig met de gezondheid van de Sarplaninac. Dit is een onderdeel van het verenigingsfokreglement van elke rasvereniging. Hierin stellen zij het volgende onderzoek verplicht voor de ouderdieren: Heupdysplasie. Aanbevolen wordt tot het doen van ondezoek naar Elleboogdysplasie.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasvereniging.
FCI groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden
Sectie 2.2
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).