De oorsprong van de Appenzeller Sennenhond gaat terug naar de boerenhond die in de Zwitserse Alpen, speciaal in het kanton Appenzell, van oudsher gebruikt werd als veedrijver en veehoeder op de bergweide en als waakhond. Ze zijn compact gebouwd met een specifieke krulstaart, zeer wendbaar en hebben vaak een vrolijk, helder stemgeluid.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
De Appenzeller Sennenhond is de derde in grootte van de vier Sennenhondenrassen. Net als de andere Sennenhonden is hij driekleurig. De hoofdkleur is zwart met witte en bruine aftekeningen. De vacht is kort en glanzend. Hij heeft een alerte en intelligente uitdrukking. De hoogte van reuen is 52-56 cm met een gewicht van 30-32 kg. Voor teven is dat 50-54 cm met 25 -28 kg. De levensverwachting is 12-14 jaar. De Appenzeller kan als enige Sennenhond ook de erkende grondkleur chocoladebruin hebben in plaats van zwart.
Het karakter van een Appenzeller is zelfverzekerd, levendig, betrouwbaar en onbevreesd. Hij is erg aan baas en gezin gehecht, hetgeen hem ongeschikt maakt om in een kennel te houden. Hij heeft een zekere mate van wantrouwen ten opzichte van vreemden, echter voor eigen mensen en bekenden beslist niet. Zijn enthousiasme moet in goede banen geleid worden en veel contact met de baas is nodig om er een evenwichtige kameraad van te maken. Hij leert snel, waardoor hij zich gauw verveelt bij het steeds herhalen van oefeningen. Als een Appenzeller niet consequent wordt opgevoed zal hij proberen om de leiding over te nemen. Het is dus belangrijk om te investeren in een zeer duidelijke, maar beslist geen harde opvoeding.
De Appenzeller heeft veel beweging nodig en houdt van lange wandelingen, fietsen, zwemmen en sporten. Ook in reddingswerk worden wel Appenzellers gebruikt.
De verzorging van de Appenzeller is eenvoudig. Voldoende beweging houdt hem lichamelijk, maar ook geestelijk in goede conditie. Hij is een gemakkelijke eter. Gedurende het jaar is af en toe een kam- of borstelbeurt voldoende om de vacht op peil te houden, in de ruiperiode is een extra borstelbeurt aan te bevelen.
De rasvereniging; Nederlandse Vereniging van Appenzeller, Entlebucher & grote Zwiterse Sennenhonden is bezig met de gezondheid van de Appenzeller sennenhond. Dit is een onderdeel van het verenigingsfokreglement van elke rasvereniging. Hierin stellen zij de volgende onderzoeken verplicht voor de ouderdieren: Heupdysplasie, Patella Luxatie en adviseren onderzoek naar ectopische ureteren.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasvereniging.
FCI groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden
Sectie 3
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).