Hoewel de oorsprong van het Schipperke niet helemaal duidelijk is, is wel bekend dat de bakermat in de Vlaamse provincies Antwerpen en Belgisch Brabant gezocht moet worden. De eerste vermelding over het ras is te vinden in een kroniek uit de XVe eeuw van een Brusselse monnik met de naam Wenseslaus. Hij schrijft daarin over een staartloze hond die door leden van de ambachtsgilden als huishond gehouden werd. In de middeleeuwen en ook daarna was het Schipperke vooral te vinden in de huizen van de zogenaamde kleine lieden, met name bij de schoenmakers en beenhouwers. Volgens de beschrijving hielden zij er een betrekkelijk kortharig, klein zwart hondje op na. De eigenaren waren erg trots op hun honden en sierden ze met speciaal gemaakte halsbanden. Er bestond zelfs een ware strijd welke hond daar nu wel de mooiste van droeg.
Wist je dat lang niet alle honden die je op straat tegenkomt een officiële stamboom hebben? Rashonden zonder stamboom noemen we ‘look-alikes’. Meer weten over het verschil tussen een stamboomhond en een 'look-alike' kijk op de pagina 'Waarom een stamboomhond?'.
Het Schipperke is een van de kleinste herdershonden. Alleen de zwarte kleur is erkend. De vacht is stokharig en voelt stug aan. De grootte varieert van 3 tot 8 kilogram. Aanvankelijk waren er drie verschillende types: het Leuvense type, het Brusselse type en het Antwerpse type. Het Antwerpse type zat qua verschijningsvorm tussen het Leuvense en Brusselse type is en kreeg de voorkeur. De rasstandaard is dan ook gebaseerd op het Antwerpse type. Over het formaat van het Schipperke kon men het niet eens worden. Daarom zijn daar in de loop van de tijd nogal eens veranderingen in aangebracht. Nu is de officiële gewichtsindeling dat de kleine soort tussen 3 en 5 kg weegt en de grote soort tussen 5 en 8 kg. Wordt in België en ook in Frankrijk strikt de hand gehouden aan deze gewichtsindeling op tentoonstellingen, in Nederland wordt daar al sinds 1945 geen enkele rekening meer mee gehouden. Het Schipperke geniet een goede gezondheid en leeftijden van meer dan 15 jaar zijn geen uitzonderingen.
Het Schipperke is klein van formaat, maar zijn gedrag is niet minder dan van een grote herder. Hij is zichzelf niet bewust van zijn formaat. Het hoeden zit nog in vele hondjes. Je ziet dit ook als het gezin waarin hij leeft op pad wil gaan; hij probeert dan de “kudde” bij elkaar te houden. Zijn er kleine kinderen in het gezin, dan zal hij daar altijd partij voor trekken indien nodig. Voor behendigheid is hij door zijn wendbaarheid en snelheid bijzonder geschikt.
Het onderhoud van een Schipperke is heel eenvoudig en vraagt geen extra inspanning. Geef hem een borstelbeurt tijdens het verharen. Het eten is wel een gebeuren waar het Schipperke naar uitziet.
De Vereniging Vrienden van het Schipperke en Schipperkes Vrienden Nederland hebben een verenigingsfokreglement opgezet. Zij stellen in het VFR geen gezondheidsonderzoeken verplicht.
Voor het verenigingsfokreglement en meer informatie kan er contact worden opgenomen met de rasverenigingen.
FCI groep 1: Herdershonden en veedrijvers
Sectie 1
Neem contact op met de onderstaande rasvereniging(en) voor een lijst met aangesloten fokkers, het actuele aanbod van puppy's en eventuele volwassen honden (herplaatsers).
Bovenstaande tekst is opgesteld door de rasvereniging(en). Wij hebben geen inhoudelijke controle gedaan en zijn niet verantwoordelijk voor onjuistheden of onduidelijkheden in de tekst. Heb je vragen, neem dan contact op met de rasvereniging(en).