Indien dat voor de instandhouding van het ras in Nederland nodig is, bestaat de mogelijkheid om te komen tot outcross, aankeuringen of variëteitkruisingen om de genenpool van het ras te verbreden. De betreffende rasvereniging(en) kunnen hiervoor een plan van aanpak indienen. Als er meerdere rasverenigingen zijn voor het betreffende ras moet dit plan van aanpak gezamenlijk door de rasverenigingen worden ingediend.
Het plan van aanpak dat een rasvereniging opstelt, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Om rasverenigingen op weg te helpen, hebben wij een checklist opgesteld.
Plan van aanpak varieteitskruisingen checklist
Plan van aanpak outcross checklist
Op grond van lid 1 van artikel III.7 KR kunnen ook – in bepaalde gevallen – honden zonder stamboom worden aangekeurd. Ook hiervoor dient een plan van aanpak te worden opgesteld.
Plan van aanpak aankeuringen checklist
Voor het aankeuren van look-alikes zijn uitvoeringsregels opgesteld.
Uitvoeringsregels Aankeuren van look-alikes
Op outcross, aankeuringen en variëteitkruisingen is artikel III.7 KR, alsmede artikel III.14B KR van toepassing. Deze artikelen luiden als volgt:
Artikel III.7 KR
1. In Bijlage G-0 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet zijn ingeschreven in de Nederlandse stamboekhouding of in een door de F.C.I. erkende buitenlandse stamboekhouding worden ingeschreven;
b. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet beide ouderdieren zijn geregistreerd worden ingeschreven;
c. met inachtneming van lid 2 van dit artikel kunnen honden die naar kleur, vacht, grootte of oordracht tot een andere variëteitgroep behoren dan de ouders worden ingeschreven;
d. de honden waarvan de beide ouders zijn ingeschreven in onderdeel G-2 van een Voorlopig Register, mits zo nodig voldaan is aan artikel III.10.
2. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist in overleg met de voor het Ras Aangesloten Rasverenging(en) of en onder welke voorwaarden de inschrijving als bedoeld in lid 1 letter a, b en c van dit artikel kan plaatsvinden. Daartoe moet(en) de voor het Ras Aangesloten Rasvereniging(en) een plan maken dat als basis dient voor de mogelijkheid te komen tot inschrijving in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. Uitgangspunt voor een dergelijk plan is, dat het toestaan van inschrijving alleen zin heeft als dit leidt tot verbetering van het ras of een verbreding van de fokbasis.
3. In afwijking van het gestelde in lid 2 kan het Bestuur – ten behoeve van lid 1 sub a – uit eigen beweging een plan van aanpak opstellen indien er voor het ras meerdere rasverenigingen zijn en deze verenigingen het niet eens worden, de betrokken rasvereniging niet voornemens is een plan op te stellen terwijl er een sterke noodzaak is, dan wel er voor een bepaald ras geen rasvereniging is. Bij het opstellen van het plan van aanpak door het Bestuur wordt de Commissie Gezondheid geraadpleegd. Tevens kan extern advies ingewonnen worden.
4. De Raad van Beheer kan in bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders wel tot eenzelfde Ras maar niet tot dezelfde Variëteitgroep behoren, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. dan wel in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven indien dat voor de instandhouding van dat ras of een of meer van die Variëteiten in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welke Variëteit de in te schrijven honden geacht worden te behoren.
5. De Raad van Beheer kan in zeer bijzondere gevallen na overleg met de betrokken Rasvereniging(en) bepalen, dat honden waarvan de ouders behoren tot twee of meer Rassen waarvan de standaards slechts in een enkel onderdeel verschillen, in Bijlage G-0 van het N.H.S.B. of in het N.H.S.B. zelf worden ingeschreven, indien dat voor de instandhouding van een of meer van die Rassen in Nederland gewenst is. Daarbij bepaalt de Raad van Beheer tevens volgens welke regels wordt beslist tot welk Ras de in te schrijven honden geacht worden te behoren.
6. In Bijlage G-1 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders zijn geregistreerd;
b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-0 en de andere ouder in één der Bijlagen of in het N.H.S.B.
7. In Bijlage G-2 van het N.H.S.B. kunnen worden ingeschreven:
a. honden die niet voldoen aan artikel III.6, eerste lid onder b, uitsluitend omdat niet de voorouders tot in de derde generatie maar alleen de ouders en de grootouders zijn geregistreerd;
b. de honden waarvan de ene ouder is ingeschreven in Bijlage G-1 en de andere ouder in Bijlage G-1, Bijlage G-2 of het N.H.S.B.
Artikel III. 14B KR
1. Conform het gestelde in de circulaire van de FCI van 9 januari 2012 (nr. 4/2012) zijn kruisingen tussen verschillende Variëteiten van eenzelfde Ras en tussen gerelateerde Rassen onder bepaalde voorwaarden toegestaan.
2. Het kruisen van Variëteiten en gerelateerde Rassen is alleen toegestaan als:
a. de betrokken Rasvereniging(en) een plan van aanpak heeft opgesteld, in samenwerking met de voor het Ras bevoegde kennelclub, onder toezicht van de FCI Scientific & Breeding Commissions;
b. in het plan van aanpak aangetoond is dat de voorgestelde kruising bijdraagt aan
verbetering van het Ras of een noodzakelijke verbreding van de fokbasis;
c. de voorgestelde kruisingen bijdragen aan het vermijden en het verminderen van gezondheidsproblemen. Het overzicht, zoals opgesteld in de FCI circulaire 04/2012, is hierbij leidend.
3. De Variëteiten met verschillende CACIB’s en de Rassen, waarvoor de FCI kruisingen onder de in lid 2 genoemde voorwaarden toestaat, staan op de website van de Raad van Beheer vermeld.
4. Het bestuur van de Raad van Beheer beslist of goedkeuring wordt verleend aan het ingediende plan van aanpak, zoals genoemd in lid 2. Wanneer dit noodzakelijk wordt geacht, stelt het bestuur aanvullende voorwaarden aan de voorgestelde kruisingen.
5. Honden die voortkomen uit een kruising die niet is toegestaan, worden niet in het Nederlands Hondenstamboek ingeschreven.
Rasverenigingen die een aankeuring, variëteitskruising of een raskruising willen uitvoeren, dienen hiervoor een Plan van Aanpak in te dienen. Het bestuur bespreekt dit plan en keurt dit, mogelijk na aanpassingen, goed. Daarna is het mogelijk om de dieren en/of combinaties zoals beschreven in het plan te gebruiken in de fokkerij en voor de nakomelingen stambomen aan te vragen.
Aankeuringen worden georganiseerd door de verantwoordelijke rasvereniging(en). De rasvereniging(en) stuurt de gegevens van de aangekeurde honden naar de Raad van Beheer. De hond wordt dan in de Bijlage G-0 ingeschreven, tenzij anders vermeld.
Bij onderstaande rassen is een aankeuring mogelijk:
Ras |
Opmerkingen/bijzonderheden |
Rasvereniging(en) |
Akita |
Opmerking: Regels omtrent het fokken met/importeren van/gebruik van sperma van honden uit niet FCI-landen met uitzondering van het Vereniging Koninkrijk. Deze honden moeten worden aangekeurd. Indien er van een van de beide ouderdieren geen drie generatiestamboom aanwezig is, volgt inschrijving in een van de Bijlagen. |
|
American Akita |
Opmerking: Regels omtrent het fokken met/importeren van/gebruik van sperma van honden uit niet FCI-landen met uitzondering van het Vereniging Koninkrijk. Deze honden moeten worden aangekeurd. Indien er van een van de beide ouderdieren geen drie generatiestamboom aanwezig is, volgt inschrijving in een van de Bijlagen. |
|
Australian Shepherd |
ASCA reuen kunnen aangekeurd worden. |
|
Hollandse Smous |
|
|
Markiesje |
|
|
Saarlooswolfhond |
|
|
Wetterhoun |
|
|
Zwitserse Witte Herdershond |
|
Met een goedgekeurd Plan van Aanpak is het mogelijk dat binnen een ras variëteitskruisingen plaatsvinden. De rasvereniging keurt een combinatie vooraf goed, tenzij anders vermeld. Stuur de goedkeuring mee bij het indienen van de dekaangifte. Nakomelingen uit een variëteitskruising worden in de Bijlage of in het Hoofdstamboek ingeschreven.
Bij onderstaande rassen is een variëteitskruising mogelijk:
Ras |
Opmerkingen/bijzonderheden |
Rasvereniging(en) |
Dashonden |
Alleen toegestaan om honden te kruisen met dezelfde haarvariëteit. Dwerg dashond mag gecombineerd worden met een Kaninchen dashond. Nakomelingen worden ingeschreven in het Hoofdstamboek in de variëteit van de teef. |
|
Hollandse Herder |
Kruisen van langhaar x korthaar en ruwhaar x korthaar mogelijk. Nakomelingen in Bijlage G-0. |
|
Mexicaanse Naakthond |
Middenslag teef x kleine reu en grote teef x middenslag reu. Behoeft geen goedkeuring rasvereniging. Een reu van een grotere maat x teef van een kleinere maat is uitsluitend toegestaan indien het grootte verschil tussen de reu en teef minder is dan 25%. Alleen toegestaan met goedkeuring rasvereniging. Nakomelingen in het Hoofdstamboek. |
|
Peruaanse Naakthond |
Middenslag teef x kleine reu en grote teef x middenslag reu. Behoeft geen goedkeuring rasvereniging. Een reu van een grotere maat x teef van een kleinere maat is uitsluitend toegestaan indien het grootte verschil tussen de reu en teef minder is dan 25%. Alleen toegestaan met goedkeuring rasvereniging. Nakomelingen in het Hoofdstamboek. |
|
Poedel (per 1 mei 2021) |
Binnen dezelfde grootte variëteit mogen kleuren gekruist worden. |
Eerste Gezelschapshondenclub Nederland
|
Duitse Dog |
Toegestane variëiteitskruising:
Waarbij de combinatie Harlekijn x Blauw niet is toegestaan |
Nederlandse Duitse Doggen Club |
Keeshond |
Keeshonden van verschillende erkende kleuren mogen gecombineerd worden. Daarnaast mag een reu van de naastliggende grootte variëteit gebruikt worden. Wanneer de reu groter is dan de teef, moeten beiden gemeten worden en mag de reu niet meer dan 25% verschillen. De nakomelingen worden in het stamboek opgenomen in de variëteit op basis van het fenotype. De maat van de moeder bepaalt de (grootte)variëteit van de pups. Metingen om de uiteindelijke variëteit te bepalen kunnen plaatsvinden wanneer de hond zelf minimaal 12 maanden is en worden verricht door een keurmeester die bevoegd is het ras te keuren. De nakomelingen worden opgenomen in het hoofdstamboek (NHSB) |
De Nederlandse Keeshonden Club |
Met een goedgekeurd Plan van Aanpak is het mogelijk dat raskruisingen plaatsvinden. Raskruisingen zijn alleen mogelijk na een goedkeuring van rasvereniging. Stuur deze goedkeuring mee bij het indienen van de dekaangifte. Nakomelingen worden in Bijlage G-0 ingeschreven tenzij anders vermeld.
Bij onderstaande rassen is een raskruising mogelijk:
Ras |
Opmerkingen/bijzonderheden |
Rasvereniging(en) |
Petit Brabançon |
Onderling kruisen van de Petit Brabançon, Griffon Belge en Griffon Bruxellois is mogelijk. Nakomelingen worden in het Hoofdstamboek ingeschreven. |
Eerste Gezelschapshondenclub Nederland
|
Griffon Belge |
Onderling kruisen van de Petit Brabançon, Griffon Belge en Griffon Bruxellois is mogelijk. Nakomelingen worden in het Hoofdstamboek ingeschreven |
Eerste Gezelschapshondenclub Nederland
|
Griffon Bruxellois |
Onderling kruisen van de Petit Brabançon, Griffon Belge en Griffon Bruxellois is mogelijk. Nakomelingen worden in het Hoofdstamboek ingeschreven |
Eerste Gezelschapshondenclub Nederland
|
Hollandse Smoushond |
|
|
Ierse Rood-Witte Setter |
Raskruising met Ierse Setter Rood mogelijk |
|
Saarlooswolfhond |
|
|
Wetterhoun |
|
|
Zwitserse Witte Herdershond |
|