Hier lees je meer over het ECVO-oogonderzoek en vind je de dierenartsen die het onderzoek mogen uitvoeren. Dit oogonderzoek gebeurt volgens de procedures van de ECVO. ECVO staat voor European College of Veterinarian Ophthalmologists.
Niet iedere dierenarts mag een ECVO-oogonderzoek uitvoeren. De dierenarts die het klinisch onderzoek uitvoert, moet deel uitmaken van het (Nederlandse) ECVO-panel. Hij voert het onderzoek uit volgens een vast protocol. Op basis van het onderzoek stelt hij het resultaat vast.
De dierenartsen in onderstaande tabel mogen een ECVO-oogonderzoek uitvoeren. Een aantal van deze dierenartsen is erkend als specialist oogheelkunde in Nederland (NL-spec.) of als Europees specialist (Diplomate, Dip. ECVO).
Dr. F.C. Stades, NL-Spec, dip. ECVO
Diergeneeskundig Specialistisch Centrum NL De Wagenrenk
Keijenbergseweg 18
6705 BN Wageningen
Tel: +31 317 419120
www.wagenrenk.com
Mw. Drs. R.R.O.M. van de Sandt, NL-Spec
Diergeneeskundig Specialistisch Centrum NL De Wagenrenk
Keijenbergseweg 18
6705 BN Wageningen
Tel: +31 317 419120
www.wagenrenk.com
e-mail: r.r.o.m.vdsandt@wagenrenk.com
Panelleden per provincie |
Friesland |
Mw. Drs. R.R.O.M. van de Sandt, NL-Spec |
Noord-Holland |
Prof. Dr. M.H. Boevé, NL-Spec, dip. ECVO |
Overijssel |
Mw. Drs. R.R.O.M. van de Sandt, NL-Spec |
|
Utrecht |
Dr. F.C. Stades, NL-Spec, dip. ECVO |
Mw. Dr. S.C. Djajadiningrat-Laanen, NL-Spec, dip. ECVO |
Mw. Drs. I.J.M. van Duijnhoven-Slenter, NL-Spec, dip. ECVO |
Dr. R.F. Sanchez, dip. ECVO |
Gelderland |
Dr. F.C. Stades, NL-Spec, dip. ECVO Diergeneeskundig Specialistisch Centrum NL De Wagenrenk Keijenbergseweg 18 6705 BN Wageningen Tel: +31 317 419120 www.wagenrenk.com |
Mw. Drs. R.R.O.M. van de Sandt, NL-Spec Diergeneeskundig Specialistisch Centrum NL De Wagenrenk Keijenbergseweg 18 6705 BN Wageningen Tel: +31 317 419120 www.wagenrenk.com |
Mw. Dr. Ch. Görig, NL-Spec, dip. ECVO |
Mw. Dr. Ch.Görig NL-Spec, dip. ECVO |
Mw. Drs. I. Kraijer-Huver, NL-Spec, dip. ECVO |
Noord-Brabant
|
Mw. Dr. A.M. Verbruggen, NL-Spec, dip. ECVO |
Mw. Drs. A.P.M. van Schaik-Verboven, NL-Spec, dip. ECVO |
Limburg |
Mw. Drs. A.P.M. van Schaik-Verboven, NL-Spec, dip. ECVO |
|
Distichiasis en ectopische cilien worden gedefinieerd als één of enkele haren, een rij of meerdere rijen haren op/vanuit de vrije ooglidrand, waarbij wordt aangenomen dat ze dezelfde erfelijke basis hebben. De wijze van overerven is nog niet geheel opgehelderd. Indien dergelijke haren aanwezig zijn bij een dier wordt het desbetreffende vakje (distichiasis/ectopisch cilie) op de ECVO-verklaring aangevinkt. Indien de haren hard, stug en naar het hoornvlies zijn gericht, zullen zij het hoornvlies irriteren of zelfs beschadigen. De ernst wordt eventueel aangegeven door het vakje gering, middelmatig of ernstig aan te vinken.
Eén van de aandoeningen waarop een hond, ongeacht het ras, standaard wordt onderzocht tijdens het ECVO-oogonderzoek is membrana pupillaris persistens (MPP). Bij deze aandoening blijven er resten van het vaatstelseltje voor de lens (membrana pupillaris) achter. Dit achterblijven heet persisteren. Normaal verdwijnt dit vaatstelseltje circa vier weken na de geboorte. MPP is een aangeboren (congenitale) oogafwijking. Omdat er nog veel onduidelijk is over het voorkomen van MPP bij de verschillende soorten rassen, staat vaak in het commentaarvak ‘onder studie’. Bij een paar rassen is bekend dat MPP veel voorkomt; bij deze rassen staat er ‘vrij’/’niet vrij’. In september 2016 is er door de ECVO artsen besloten om altijd de box vrij/niet vrij te gebruiken. Het is aan de rasverenigingen om na te gaan of MPP bij hun ras een probleem is en daar het fokbeleid op aan te passen.
De resultaten van een ECVO-onderzoek zijn beperkt geldig. Hierop zijn enkele afwijkingen. Het gaat dan om aangeboren afwijkingen en afwijkingen die je (chirurgisch) kunt corrigeren, zoals CEA, RD (multi) focaal, distichiasis, entropion, ectropion et cetera. Voor deze afwijkingen is de uitslag blijvend. Als je hond dus deze diagnose krijgt, houdt hij deze voor de rest van zijn leven.
Sommige eigenaren vragen ruim binnen een jaar nog een onderzoek aan. Daarbij geven ze niet altijd duidelijk aan dat de hond al eerder is onderzocht en wat de uitslag van dit onderzoek was. Dit kan bij de Raad van Beheer voor onduidelijkheid over de correcte uitslag zorgen.
Wij houden bij twee verschillende uitslagen de meest negatieve uitslag aan totdat de hond is onderzocht door het Nederlandse ECVO-panel. Het oordeel van dit panel is doorslaggevend en geldt als definitieve uitslag. Totdat het ECVO-panel zijn oordeel heeft gegeven, geldt het ‘better safe than sorry’-principe. Op deze manier willen we voorkomen dat erfelijke oogaandoeningen zich onbedoeld door de populatie verspreiden. Het commentaar van een eerder onderzoek blijft zichtbaar bij latere onderzoeken ook als dit commentaar dan niet is gegeven bij dat onderzoek.
Ben je het niet eens met de uitslag van het ECVO-oogonderzoek, wil je graag een second opinion of bestaat er twijfel over de diagnose, dan kan het ECVO-panel je hond bekijken op hun tweemaandelijkse bijeenkomsten.
Heeft je hond de uitslag ‘(voorlopig) niet vrij’, dan kun je hem na zes of twaalf maanden opnieuw laten onderzoeken door een ECVO-oogarts. Krijgt je hond dan opnieuw de uitslag ‘niet vrij’, dan is zijn definitieve uitslag ‘niet vrij’. Krijgt je hond de uitslag 'voorlopig niet vrij' dan moet je de uitslag beschouwen als 'niet vrij' totdat het panel anders heeft besloten.
Wanneer je je hond niet meer laat onderzoeken dan blijft de eerdere uitslag '(voorlopig) niet vrij' staan en gelden hiervoor de aanbevelingen van het ECVO.
Krijgt je hond wel de uitslag ‘vrij’, dan blijft de uitslag ‘(voorlopig) niet vrij’ gelden totdat het panel zich hierover heeft uitgesproken. De beslissing van het panel is dan definitief. Ook hier wordt dus de meest negatieve uitslag aangehouden totdat het ECVO-panel een uitspraak heeft gedaan.
Omdat de resultaten van een ECVO-onderzoek in het algemeen beperkt geldig zijn, is het verstandig je hond jaarlijks te laten onderzoeken op erfelijke oogaandoeningen. Als je hond een ‘voorlopig niet vrije’ uitslag krijgt, kan de dierenarts je adviseren om je hond na zes tot twaalf maanden opnieuw te laten onderzoeken. Krijgt je hond dan de uitslag ‘vrij’, laat dan het ECVO-panel een uitspraak doen. Tot die tijd houden we de slechtste uitslag aan.
Conform artikel 9 van het Algemeen Onderzoeksreglement zijn de beoordelingsresultaten van de gezondheidsonderzoeken die wij coördineren en registreren openbaar. Periodiek sturen wij deze resultaten aan de rasverenigingen. De rasverenigingen moeten de gegevens voor hun ras toegankelijk maken voor derden. Deze gegevens zijn ook toegankelijk voor mensen die geen lid van de rasvereniging zijn.
Ook de Raad van Beheer kan de onderzoeksresultaten openbaar maken. Uiteraard ontdoen wij de resultaten van de persoonsgegevens van de eigenaar/houder. Je vindt de uitslagen van alle bij ons geregistreerde onderzoeken op DutchDogData.
Periodiek sturen we de (voorlopig) geldige onderzoeksuitslagen naar de rasverenigingen die hiervoor een overeenkomst met ons hebben afgesloten. Dit kan betekenen dat we voor een hond die voor het meest recente onderzoek de uitslag ‘vrij’ heeft gekregen’ een eerdere ‘niet vrij’-uitslag moet aanhouden omdat het panel (nog) geen uitspraak heeft gedaan. Wij rapporteren dit op deze manier aan de rasvereniging. Hierdoor kan het lijken alsof de hond ook voor het laatst uitgevoerde onderzoek de uitslag ‘niet vrij’ heeft gekregen.
Het is aan de rasvereniging om op basis van deze gegevens en al dan niet samen met ons een fokbeleid te ontwikkelen. We vragen de rasverenigingen om het voorkomen van MPP binnen het ras goed te monitoren. Is het aantal meldingen van MPP binnen je ras hoog, meld dit dan direct aan het ECVO-panel. Dit kan rechtstreeks, maar ook via ons.
Staat je hond ingeschreven in het Nederlands Honden Stamboek (NHSB) en heeft hij in het buitenland een oogonderzoek ondergaan? Wij registreren dit onderzoek als aan de volgende eisen is voldaan:
Wij controleren vervolgens de gegevens. Is alles in orde, dan registreren wij de geldige ooguitslagen.