fokken met brachycephale honden


Nederlandse Wet- en regelgeving bij de fokkerij van kortsnuitige honden


Voor de kortsnuitige rassen zijn door de overheid aanvullende criteria opgesteld voor de fokkerij, die door de NVWA worden gehandhaafd.

Je moet hierbij in ieder geval rekening houden met de craniofaciale ratio (CFR). Hierbij mag een ouderdier met een CFR kleiner dan 0,3 niet ingezet worden voor de fokkerij. Meer informatie over de zes criteria vind je op de pagina van de NVWA.


Als fokker ben je aansprakelijk voor de keuze van de ouderdieren en het fokken van de pups en juridisch verantwoordelijk in het kader van artikel 3.4 van de wet dieren.